Net als Breitner en Israels zoekt Koppelaar tijdens zijn schildertochten wel eens een café op. Een schilder zit nooit stil, kijkt, observeert en ziet opeens vanuit welke hoek hij iets of iemand moet schilderen. In Café De Eland op de hoek van de Elandsgracht zijn het de enorme lampen boven de leestafel die een warm goudgeel licht uitstorten over de krantlezende man, die hem kennelijk als motief hebben aangetrokken. De jas van de man is over een stoel gegooid, het licht weerkaatst op 's mans haar en op het plafond. Links en op de achtergrond zijn vaag nog enkele bezoekers aanwezig en de kelner die een biertje tapt. De hele enscenering is evenwel in een paar basiskleuren gehouden: geel, bruin, wit een een enkel sliertje rood. De nadruk op de doorschijnende lampenkappen bewijst nog eens Koppelaars fascinatie voor licht.